Onvoorwaardelijke partners?

We doen allemaal ons best om de behoeften van ons kind serieus te nemen, actief te luisteren, geduldig te zijn… Tegelijkertijd merken veel ouders dat ze deze dingen voor hun partner soms maar lastig kunnen opbrengen. Hoe komt dat? vraagt Gordon-trainer Jan Dirk van Abshoven zich af.

Ik heb nare herinneringen aan als ik met griep of verkoudheid ziek lag te zijn, en mijn partner dat maar overdreven vond. Ik moest me niet zo kinderachtig gedragen. En ook al zei ze het niet altijd letterlijk, de afkeuring was duidelijk te merken. Ik voelde me als partner op zulke momenten totaal niet serieus genomen. Beiden waren we er behoorlijk chagrijnig van.

Van onze kinderen kunnen we vaak veel meer hebben dan van onze partners. Van Alfie Kohn kennen we de term ‘onvoorwaarderlijk ouderschap’. De insteek is dat je de liefde voor je kind niet inzet als middel om bepaald gedrag af te dwingen. Geen voor wat, hoort wat. Je houdt van iemand om wie hij of zij is, niet om wat hij of zij doet.

Maar kunnen we een onvoorwaardelijke relatie zoals we die we voor ons en onze kinderen kiezen ook doortrekken naar onze partners? Kunnen we, simpel gezegd, het gedrag van onze partner los zien van wie hij of zij is? Dat is nog niet zo makkelijk, blijkt vaak in de praktijk. Ik denk om te beginnen dat de term ‘onvoorwaardelijk’ voor verwarring zorgt. Het is in de liefde – of het nu om onze partners of kinderen gaat – niet zo dat die pas ‘echt’ is als we daar geen enkele ‘voorwaarde’ aan verbinden. Dat is een romantisch idee.

Ouders houden het doorgaans langer vol met hun kinderen, dan met hun partners.

Het is voor veel ouders een bewuste keuze om kinderen te krijgen, en daarmee ook de verantwoordelijkheid te nemen voor alles wat hun kind nodig heeft, inclusief de liefde. Er zijn ouders die er – bijvoorbeeld vanwege een ongeplande zwangerschap – grote moeite mee hebben, terwijl adoptieouders enorm veel kunnen houden van hun geadopteerde kinderen. Het is dus een keuze om ‘onvoorwaardelijk’ van kinderen te houden. Soms is die keuze voor ouders gemakkelijk of ingegeven door voorbeeldgedrag van anderen. Ook al lopen veel ouders die ik in mijn opvoedcursussen zie tegen grenzen aan, het blijft een keuze. Het is voor hen soms best schrikken om te merken dat hun liefde voor hun kind er niet altijd als vanzelfsprekend is. Maar voor de meeste ouders is er voldoende om de knop om te zetten, of om manieren te vinden om met ongewenst gedrag om te gaan. Ik zie dan ook dat ouders het doorgaans langer volhouden met hun kinderen dan met hun partners.

Andere verwachtingen

Als ouders hebben we nu eenmaal andere verwachtingen van onze partners. Van een ziek kind verwacht je dat het zich ‘kinderachtig’ gedraagt. Een kind hoeft zich nog niet als volwassene te gedragen. Je bent daarom eerder geneigd er werk van te maken om je kind te verwennen met warme chocomel en extra aandacht. We begrijpen immers dat onze kinderen er niet voor hebben gekozen om geboren te worden (vrij naar de Roemeens-Frans filosoof Emil Cioran) en het lijden in het leven zomaar voor lief te nemen. We accepteren dat kinderen lange tijd van ons afhankelijk zullen zijn. Ze hebben onze steun, waardering, aandacht en liefde nodig. Zelfs voor onmogelijke pubers kunnen we begrip opbrengen als we een beetje inzicht hebben in hoe hun brein werkt.

Verliefdheid en schijnveiligheid

Voor onze partners kiezen we aanvankelijk ‘onvoorwaardelijk’ als we verliefd zijn. We accepteren de ander om wie hij of zij is, daartoe zijn we tot elkaar aangetrokken. Er is eigenlijk geen specifieke reden. En de minpunten vallen ons nauwelijks op.

De verliefdheid van het begin maakt dat van de ander houden moeiteloos schijnt. De ander heeft ook veel aandacht voor jou, bevestigt je in wie jíj bent, er komt in ruime mate liefde terug. Aan voorwaarden – als je je daarvan al bewust bent – wordt ruimschoots voldaan. Het lijkt niet op te kunnen, maar gewenning en inflatie liggen op de loer. Dezelfde aandacht wordt minder bijzonder, en het effect neemt af.

Blijkbaar hebben we bepaalde verwachtingen van onze partners. Als de verliefdheid afneemt, kan het zomaar zijn dat er niet meer wordt voldaan aan de minimale ‘voorwaarden’ die we onbewust aan de liefde hebben gesteld. In die mooie, romantische periode zijn er verwachtingen gewekt. Misschien hebben we elkaar wel trouw beloofd, door dik en dun, in voor- en tegenspoed en hebben we daarmee bewust of onbewust een (schijn)veiligheid willen creëren. Blijf bij mij, blijf van me houden zoals nu, en blijf zoals je nu bent.

Maar zijn die verwachtingen wel zo reeël? Als we elkaar al iets beloven, hoe hard kunnen we dat maken? Hoe hard kunnen we op onze strepen gaan staan? Met verwachtingen scheppen we ook teleurstellingen. Mensen blijken toch anders te zijn of ze veranderen, hun voorkeuren veranderen.

Tsja, en dan kunnen we dus naar de ander wijzen. ‘Hé, zo zijn we niet getrouwd, je had me toch beloofd!’ Zelfs als er geen sprake was van een belofte, dan nog werden er verwachtingen gewekt of ingevuld.

Ook al ben ik bewust niet getrouwd – ik kon nu eenmaal niet beloven dat ik altijd dezelfde zou blijven – en heb ik niets beloofd, toch liep ik in dezelfde val van de irreële verwachtingen. Ik dacht echt dat ik erop kon rekenen dat mijn partner mij bij ziekte zou vertroetelen, zoals mijn moeder dat bij mij deed. Bovendien zou ik minstens zoveel voor haar over hebben. Maar nee. Zo zijn wij dus niet getrouwd, of beter: Samenwonend.

Uit die dramadriehoek blijven

Omdat aan de – onuitgesproken – verwachting niet werd voldaan, was ik teleurgesteld in mijn partner. Zij voelde dat dan weer als een afwijzing: ‘Blijkbaar ben ik nu niet meer goed genoeg.’ Dat leidde dan weer tot een teleurstelling bij haar en daarna een afwijzing van mij. En beiden wilden we dat de ander het zou oplossen door zich aan te passen. Een vicieuze cirkel dus. Of zoals schrijver en psychiater Stephen Karpman het noemt, een dramadriehoek. Een soort Bermudadriehoek waarin je je kunt verliezen, maar waar je ook anderen in mee kunt slepen.

Je kunt jezelf ook onafhankelijk maken door je eigen behoeften te leren kennen, en te onderkennen dat jij zélf de verantwoordelijkheid kunt nemen om die behoeften te vervullen.

Nu kun je je eigen verwachtingen wel bijstellen. Veel ouders zullen dat doen, maar is dat zo bevredigend? Nee! Want die verwachtingen zijn projecties van jouw behoeften op de ander. En die behoeften van jou zijn juist wel heel reëel. Alleen, de verwachting dat je partner ze vervult niet. Dat is misschien wat je gewend was, je hoop, je vurige wens of de meest praktische oplossing. Maar dit voordeel heeft een groot nadeel: je maakt jezelf er afhankelijk mee van één oplossing, van één persoon.

Je kunt jezelf ook onafhankelijk maken door je eigen behoeften te leren kennen, en te onderkennen dat jij zélf de verantwoordelijkheid kunt nemen om die behoeften te vervullen. Je komt dan uit de klaagstand, uit de slachtofferrol, en uit de passiviteit.

Je kunt ook buiten de deur je batterij opladen, je beker vullen zoals psycholoog Thomas Gordon het noemt, daar heb je je partner niet altijd bij nodig. Neem zelf het heft in handen, ontdek wat je nodig hebt en kom daarvoor op. Misschien inspireer je je partner wel om hetzelfde te doen en kun je daarna elkaar beter verdragen als het eens tegenzit.

Neem verantwoordelijkheid

Maak jezelf kenbaar, geef je behoeftes aan. Niet in termen van: ‘Ik heb behoefte dat jij – op mijn manier – rekening met mij houdt als ik ziek ben,’ maar in termen van: ‘Ik heb behoefte aan zwelgen in mijn gesnotter, ik heb behoefte om even alles los te laten.’ Stel waar nodig ook je grenzen, maar wees steeds empathisch naar de ander die daar misschien moeite mee heeft. Verwacht niet dat de ander dezelfde grenzen heeft, of jouw grenzen kent. Begrip hebben en tonen voor de gevoelens van je partner, óók op het moment dat die last heeft van de gevolgen van jóuw grenzen of behoeftes, betekent niet dat je toegeeft. Het betekent niet dat je je grenzen wilt oprekken of je behoeftes wil laten varen. Integendeel. Het is een vorm van je kwetsbaarheid laten zien, die juist uitnodigend naar je partner kan werken. Het biedt je de kans om ook de de behoeftes van je partner beter te leren kennen, zonder dat je gelijk verantwoordelijk bent voor het vervullen daarvan.

Liefde is…

Verwar liefde en ‘onvoorwaardelijk partnerschap’ dus niet met verantwoordelijkheid overnemen. Houden van betekent niet: ‘Ik neem de verantwoording op mij voor jouw geluk.’ Liefde geeft geen garanties. Liefde is er alleen, om wie iemand nú is. Om hoe jij je nú voelt. Dat hoeft echt niet zo te blijven.

Verliefdheid is een mooi begin. Het gaat dan als vanzelf. Er lijkt onvoorwaardelijke liefde te stromen, uit een onuitputtelijke bron. Maar geen enkele bron is onuitputtelijk. Neem dus je verantwoordelijkheid om niet alleen op die bron van liefde te teren, maar deze ook te voeden.

 

Standaard afbeelding
Jan Dirk van Abshoven
Begon zijn carrière als tangodanser en werd later ook docent en hoofdredacteur van het tangomagazine La Cadena. Vlak voor de geboorte van zijn zoon in 2003 kwam hij in aanraking met de communicatiemethode van de Amerikaanse psycholoog Thomas Gordon, en was zo geïnspireerd, dat hij de opleiding tot trainer volgde. Sinds 2004 geeft hij Gordon-trainingen aan ouders, verzorgt trainingen voor medewerkers op kinderdagverblijven en managementtrainingen voor leidinggevenden. Hij is gelicentieerd Gordon-coach en heeft een praktijk in Amsterdam. Hij staat thuis het liefst achter het fornuis en is een fan van alle Oosterse keukens.
Artikelen: 2

Geef een reactie

slot pro jepang