Verplichte opvoedcursus? Daar gáán we weer…

Om de paar jaar komt de discussie over een verplichte opvoedcursus als een boemerang terug: het zou kindermishandeling voorkomen en ouders meer zelfvertrouwen geven. Maar is een cursus écht wat ouders nodig hebben?

Dit keer is het de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik die de twijfelachtige eer toekomt deze discussie weer af te stoffen en uit de kast te trekken. De Amsterdamse burgemeester Van der Laan, die voorzitter is van de Taskforce, vergelijkt het voor het gemak maar even met een cursus die zwangeren doen. “Waarom vinden wij het ook niet normaal dat voor al die vele jaren daarna ouders leren hoe je kinderen opvoedt?”, vraagt hij retorisch.

Een behavioristische trukendoos – daar zitten we hopelijk toch écht niet op te wachten?

Vooropgesteld: kindermishandeling en seksueel misbruik verdienen álle aandacht; ruim 100.000 kinderen zijn jaarlijks slachtoffer en dat is hartverscheurend en onverteerbaar. Maar is een cursus het juiste middel om dit aantal drastisch te laten dalen? En brengt het verplichte karakter dat de Taskforce voor ogen heeft niet meer schade toe dan dat het iets oplost? Koffiedik kijken – gedeeltelijk. Tegelijkertijd hoef je geen Einstein te heten om te weten dat een cursus niet het hosanna is waar de Amsterdamse burgemeester op hoopt. En al helemaal niet als een bedrijf dat Triple P als oplossing aandraagt door de media naar voren geschoven wordt als expert. Een behavioristische trukendoos – daar zitten we hopelijk toch écht niet op te wachten?

Dat een opvoedcursus wel degelijk je leven kan veranderen, weet ik uit eigen ervaring. Vijf jaar terug zette ik mijn eerste stappen op het pad van onvoorwaardelijk ouderschap, toen ik me inschreef voor een cursus Effectief communiceren met kinderen, gebaseerd op het gedachtegoed van Thomas Gordon. Zonder overdrijven heeft het mijn blik op wat kinderen nodig hebben, en hoe ik daar als ouder aan kan bijdragen, honderdtachtig graden gedraaid. Ik bezocht na die eerste cursus nog drie opfrisavonden, een soort APK. Deze donderdag staat er weer een op het programma en ik kijk er naar uit mijn dagelijkse dilemma’s te toetsen aan de ervaringen van een groep gelijkgestemden. Want in die vijf jaar ben ik dan wel heel anders over opvoeding gaan denken, dat betekent nog niet dat er geen dagelijkse perikelen en grotere kopzorgen bestaan in mijn gezin met drie dochters. Het tamelijk genadeloze zelfonderzoek waaraan ik mezelf de afgelopen jaren blootgesteld heb, heeft me veel zelfinzicht opgeleverd, maar me niet beloond met ineens een ander karakter of een extra portie geduld. Ik kén mezelf beter, weet wat mijn triggers zijn, kan er beter op anticiperen. En zo heel af en toe gaan dingen zoals ik ze voor ogen heb.

Maatschappelijke problemen worden weer eens aan opvoeding en dus falende ouders toegeschreven ~ Mieke van Stigt

Wat ik maar wil zeggen: oude patronen doorbreek je niet even van de ene op andere dag. En dus ook niet met een verplichte cursus van een paar avonden. Wil je dat mensen écht betrokken zijn bij (de opvoeding van) hun kind, dan moet die behoefte en motivatie uit mensen zelf komen. Bij de een gaat het opvoeden soepeler dan bij de ander. Elke gezinsdynamiek is anders en ik ken wel mensen die het echt menen als ze stellen dat ze opvoeden een eitje vinden. Maar dat zijn uitzonderingen, voor de meesten van ons is het gewoon hard werken. Aan onszelf vooral.

Daarnaast is het pleiten voor een verplichte opvoedcursus ook een manier om alle verantwoordelijkheid voor kinderen in de schoenen van de ouders, en niemand anders, te schuiven. “Maatschappelijke problemen worden weer eens aan opvoeding en dus falende ouders toegeschreven”, schrijft socioloog en pedagoog Mieke van Stigt op onze Facebookpagina. En daar zit precies de crux. Want het vangnet rond gezinnen is de laatste vijftig jaar gemarginaliseerd, het ‘dorp’ waarin we met ons allen de verantwoordelijkheid voelen voor elkaars kinderen, bestaat niet meer (tenzij je het zelf creëert of actief opzoekt).

“Bij de overheid en gemeenten ontbreken zowel visie op ouderschap als ondersteunend beleid”, schreef Van Stigt eerder op haar blog op Sociale Vraagstukken. “De vragen ‘wat hebben ouders nodig om in deze tijd kinderen op te voeden tot de nieuwe generatie volwassenen en wat hebben kinderen nodig om gezond op te groeien’, ontbreken totaal. Buiten het tuinhekje of op straat is er geen vanzelfsprekend vriendelijk toezicht meer. Sterker nog: de gemeenschap is bij uitstek vijandig tegenover ouders, en kinderen worden vooral gezien als overlast. Een gebrek aan opvoeding wordt bij zo’n beetje elk maatschappelijk probleem als oorzaak aangegeven, terwijl die problemen zich juist in de openbare ruimte voordoen, daar waar niemand meer eigenaarschap op zich neemt. We kijken weg, en geven ‘de ouders’ de schuld.”

Kindermishandeling en seksueel misbruik zijn complexe problemen met een veelheid aan oorzaken. Een quick fix is er niet. Helaas. Meer laagdrempelige ondersteuning voor jonge ouders? Héél graag. In Duitsland heb je in veel plaatsen een zogeheten “Mutterzentrum”; al 25 jaar kunnen vaders en moeders, grootouders en andere opvoeders daar binnenlopen en met elkaar praten terwijl hun kinderen begeleid spelen. Ik gok zo maar dat dit soort projecten een stuk goedkoper én een stuk effectiever zijn dan de verplichte kost die Van der Laan en consorten prille ouders willen voorschotelen.

Standaard afbeelding
Annemiek Verbeek
Vindt van alles over van alles, maar schrijft als freelance journalist vooral over opvoeding, onderwijs en (geboorte)zorg. Probeert her en der ook wat in de praktijk te brengen op/met twee schoolgaande dochters van 10 en bijna 8 en een heerlijke peuter van 3.
Artikelen: 36

6 reacties

    • Ik zie dat de Nederlandse moeder en vader centra alleen zijn gericht op aandachtswijken kwetsbare bewoners. Mooi natuurlijk dat ze er daar zijn. Maar wat ik in het artikel lees is dat het vangnet voor alle gezinnen is gemarginaliseerd. En daarom is een veel breder netwerk van centra nodig. Zodat alle gezinnen toegang hebben tot een vangnet.

  1. Het verrast mij niet dat ze het behavioristisch aanpakken. Een instantie als Veilig Thuis vertaalt een uitleg van 20 minuten over unconditional parenting, gedrag en behoefte inclusief het noemen van Gordon en Alfie Kohn met ‘moeder wil positief reageren op ongewenst gedrag, positief reageren is belangrijk?’ Als die organisaties kindermishandeling moeten beoordelen, mogen ze echt hun huiswerk beter doen!
    Meer andere moeders ontmoeten ben ik helemaal voor, zeker als je bij een mutterzentrum ook een kinderdietist betrekt,, een pedagoog waar je gewoon binnen kan lopen, al is het maar 1 keer per maand. De vraag is wel of je daarmee de doelgroep die echt mishandeld bereikt, of dat die niet naar dergelijke centra gaan.

  2. Wat mij betreft beginnen we met preventie nog wat vroeger…
    Als aanstaande ouders op de middelbare school zitten, op de basisschool of nog eerder. Ons hele onderwijssysteem (om het daar maar even toe te beperken) is van het behaviorisme doortrokken, want oh zo evidence-based. En oh zo lekker handig en daarmee oh zo kortzichtig. Kinderen leren zo van jongs af aan van hun ouders en onderwijzers dat je met macht/straffen/belonen je zin krijgt.
    Om kinderen op te voeden tot verantwoordelijke volwassenen en op hun beurt verantwoordelijke ouders, dient iedereen in hun omgeving het goede voorbeeld te geven door eerst rekening te houden met hún behoeften en te investeren in een gelijkwaardige relatie. Dat kost wat… maar dan heb je ook wat!

    “Seek first to understand then to be understood” – Stephen Covey

  3. Ik ben psycholoog en werk als PRI (Past Reality Integration) Therapeut.
    Hoewel het fantastisch is dat er onderzoek is gedaan over dit onderwerp en dat er gekeken wordt naar hoe het terug gedrongen kan worden – is het mijns inziens ook van groot belang dat er wordt gekeken waarom ouders hun kinderen mishandelen – en het blijven doen, ondanks de spijt en schaamte die er vaak mee gepaard gaat. Veelal is het een patroon dat doorbroken moet worden, ouders die zelf als kind mishandeld zijn, hebben een grote kans dat ze dit later bij hun kinderen doen, ook al willen ze dit niet, het gebeurt.

    Bijgaande filmpje geeft inzicht hierin en belicht een andere kant van het verhaal. Binnen PRI werken wij met zowel slachtoffers als ‘daders’ – de reden waarom iemand zich inlaat tot huiselijk geweld ligt vaak in een onveilige hechting tijdens de jeugd, dat er iets mis is gegaan in hun eigen jeugd, en dat ze nog niet verwerkt hebben (of onder ogen hebben gezien). Ons inziens belangrijk om ook dit aan te pakken, naast al het andere belangrijke werk dat er nu gebeurt op aanraden van de commissie onder leiding van Burgemeester van der Laan.

    https://www.youtube.com/watch?v=pZNgOlPIcPA

    Het is belangrijk om deze kant ook te belichten. Ingeborg Bosch, de grondlegster van PRI heeft verschillende boeken geschreven (waaronder eentje over opvoeden, De Onschuldige Gevangene, waarin ze schrijft dat dat het goed zou zijn als ouders eerst zelf therapie zouden volgen om hun eigen jeugd te verwerken alvorens ze beginnen aan de taak als ouder/ opvoeder).

    • Dankjewel Wianda, voor het delen van dit prachtige filmpje.
      Dit is – wat mij betreft- compassie!
      Inspirerend hoe Ingeborg Bosch over dit thema vertelt. Ik ga verder lezen in haar boeken!

Geef een reactie

slot pro jepang